o die zee
ik ben
een mijlpaal
een peillood
vissend
schip
dat
op een haven
hoopt
maar toch
en onvermijdbaar
zeil ik
naar mijn
dood
nog
sta ik
hier
als een verschrikte
vogel
vastgenageld
man
gebroken mast
in lekke
boot
langzaam
stijgt
het water
rijst
de wanhoop
sijpelt
onheil
langs mijn
hoofd
lokkende
violen
rukken
aan de lijnen
pulken
aan het licht
waarin
ik heb
geloofd
rijen
wit gedoste
golven
legen
morsend
emmers vol
met stormen
spatten spijt
en spugen
spot
veile
sirenen
vieren
gierend
schipbreuk
van beloften
en zij
krijsen
hitsig
waar is toch
uw God
stilte
diep
van binnen
melodie
die niet
verstrijkt
toch
na al
dit tornen
ik ben
een dichter
net
geen dode
die zijn doel
maar niet
bereikt