IJselijk

ik wilde
over het pad
van de IJssel
naar u toe
komen
omdat u
de IJsselsprong
niet wilde
wagen
toen ik bedacht
dat ik
daarin
wel zinken kon
mijn geloof is
niet zo kras
niet groter
niet dieper
dan het water
in een regenplas

toch stapte ik
die ijselijke dag
met ijzers aan
voorbij een kribbe
in het krijt
en merkte toen
hoe glad
dit water was
geworden
door de kou
in een bevroren
tijd

ik zakte niet
zag ook
geen gaten
maar koerste
langs bepluimde
kragen
rust alom
en dacht
aan u
en aan
vervlogen dagen
toen ik daar
liep
nog jong
met oude
steeds opnieuw
gestelde
vragen
over zoveel
dat verborgen is
over zin
en over wezen
waar een rivier
zo vol
van is
en zeker
deze

hoe wonder
wijds
dit landschap
van de Hanze
met zijn gakkende
gasten
dwazen en devoten
vluchten
wilde ganzen
rennende
moderne idioten
meeuwen
spreeuwen
vinken
wielen
zo stil
en zo besloten

dit oeverland
waardoor
mijn boezem
overstroomt
hier woont
alleen
wat wiekt
en door de wind
wordt
omgebogen
hier bakt men
stenen
om elders
mee te bouwen
niet hier
van deze stroken
moet je
houden

deze waarden
zijn verheven
hier stroomt nog
adem
om te leven
hier leegt men
om te laden
hier gaat men
om te praten
met het groen
hier kom je
met je vragen
wil je
met me trouwen
liefste
alle dagen
samen
door de landen
met je honden
langs
de randen
van sloten
en kaden
bij de boten
even weg
van het fatsoen

geen nut
mag hier
de prut
versmaden
langs deze paden
draag ik
liever modder
aan mijn schoen

zo
dacht ik
toen
rare sprongen
mag je
maken
maar
bouwen
moet je
hier
niet doen

Robert la Boresa
2009