Dichter
langs de IJssel
pratend
tegen bomen
en struiken
wenkend
naar akkers
en weiden
langs kronkelwegen
stampend soms
de handen
naar omhoog
geheven
ziet u mij
dan weer
stil
en horend
naar de wind
de regen
het druipen
van huilende twijgen
heilige zaken
vogels die
hun geheim
bewaken
steeds
hoor ik
daar
hetzelfde lied
WAAROM
waarom
ben ik hier
waarom
mijn pijn
mijn onbegrip
waarom
mijn dromen
mijn verdriet
waarom
die levens
die ik liep
waarom
WAAROM
en is daar
iemand
die mij ziet
en dit
vooral
wie ben ik
toch
dat Gij
mij riep
ik ga daar
om een brug
te slaan
een woord
te smeken
ik ga daar
om te roepen
het gat
te zien
waaruit
een zin
kan spreken
soms
heb ik daar
mijn woorden
grommend
in de grond
gedreven
sporen
in het hout
gekerfd
brieven
in de lucht
geschreven
hier was ik
thuis
geen muren
geen buren
en geen dak
geen mens
die op mij let
alleen
maar ruimte
om te schreeuwen
en tijd
voor een gebed
ik heb U
hard
tegen de grond
gesmeten
waardoor
ik toen
werd opgewekt
ik heb daar
uren
stil gezeten
mijn dwarse
leden
weerloos
uitgestrekt
ik heb daar
iets begrepen
dat steeds
in mij
gebleven is
dat niets
van U
niet ook
in mij
gegeven is
dat niets
van mij
in U
vergeten is
dat door
te dichten
dit besef
voorzichtig
dichterbij
gekomen
is
Robert la Boresa
2009